11 gouden borstvoedingtips voor net na de geboorte
Fles of borst: elke mama moet doen waarbij zij zich het best bij voelt. Maar geef je borstvoeding, dan kan je wel alle tips gebruiken voor in de eerste week. Daarom enkele no-nonsense tips van een lactatiekundige.
1. Verwelkom je baby met huid-op-huidcontact.
Maak je bovenlichaam bloot als men je baby voor het eerst bij jou legt. Zo maak je je lichaam en je kindje klaar voor de eerste borstvoeding. Ook na een keizersnede is huid-op-huidcontact mogelijk en erg belangrijk. Informeer je hierover op voorhand bij je gynaecoloog of vroedvrouw. En eigenlijk blijft huid-op-huid gewoon altijd van belang, ook voor mama’s die geen borstvoeding geven. Het is essentieel in de ontwikkeling van je kindje. Blijf het dus maar doen.
2. Goed aanleggen voor borstvoeding is belangrijk.
Zo krijgt je kindje meer melk en voorkom je pijnlijke tepels (daarvoor voorzie je trouwens best tepelcrème). Je kan vooraf al eens mogelijke houdingen en aandachtspunten doornemen, dat helpt. En durf maar hulp te vragen aan de vroedvrouw in het ziekenhuis. Zij kan daarna aan huis komen om je nog tips te geven.
3. Beschouw tijdens de voedingen de eerste dagen als oefenmomenten.
Geef je baby de tijd om zich te leren voeden aan de borst. Geef jezelf ook de tijd om borstvoeding te leren geven. Dat kan enkele dagen of enkele weken duren.
4. Borstvoeding, hoe vaak?
Werk met het systeem van vraag en aanbod. Laat je leiden door de hongersignalen van je baby, zo voorkom je te weinig of te veel voedingen. Het maagje van je baby heeft de eerste dag na de geboorte de grootte van een knikker. Daarom drinkt hij zeer frequent. Dit kan variëren van 8 tot 12 x per 24 uur, al kan ie de kaap van 12 ook wel overschrijden.
5. Tussen de 2de en de 6de dag na de bevalling kan je stuwing krijgen.
Het voelt aan alsof je borsten op springen staan. Dit is een teken dat de melkproductie op gang komt. Vaak voeden, warmte voor en koelen na het voeden (grappige maar efficiënte tip: gebruik gekoelde witte koolbladeren; die nemen ook overtollig vocht op), en lichte borstmassage kan de spanning verlichten. Heb je te veel last? Contacteer dan je vroedvrouw of lactatiekundige.
6. Borstvoeding combineren met flesvoeding?
Het gebruik van een fopspeen of een flesje raden we af tijdens de eerste weken. Fopspenen kunnen nuttig zijn, maar als je ze te snel geeft, bestaat het risico dat je hongersignalen mist of dat je baby een foute zuigtechniek aanleert aan de borst. Vanaf 6 weken kan je kolven en af en toe een flesje met moedermelk geven. Doe dit altijd onder begeleiding van een vroedvrouw of lactatiekundige.
7. Slaap samen met je baby.
Zo krijg je meer rust tijdens de nacht. Door samen te slapen, hoor je beter de hongersignalen van je baby. Bovendien is je nabijheid geruststellend. Doe dit wel op een veilige manier! Een co-sleeper of een babybed is ideaal hiervoor. Wil je toch je baby bij je in bed leggen? Dan is het noodzakelijk dat je een aantal maatregelen in acht neemt. Informeer je hiervoor bij je vroedvrouw of de verpleegkundige van Kind en Gezin.
8. Borstvoeding die bij jou past.
Borstvoeding geven, dat wil ook zeggen dat je veel verschillende adviezen zal krijgen. Leg alles naast elkaar en beslis, samen met je partner, welk advies het beste bij jullie past. Vertrouw op je gevoel en luister naar je kind. Baby’s kunnen goed aangeven wat ze nodig hebben.
9. Zet nog geen borstkolf op je geboortelijst.
De keuze van je kolf (elektrische kolf, handkolf) hangt af van hoe je borstvoeding evolueert en hoe je je erbij voelt. Als je beslist dat je wil afkolven, koop je er best een op dat moment. En wist je dat je via je ziekenfonds ook een kolf kan huren? Kan best interessant zijn om het al eens uit te proberen of wanneer je te kampen hebt met een borstontsteking.
10. Informeer je rond kraamzorg.
Zij kunnen je ontlasten in de eerste weken na je bevalling. Zodat je je volledig kan concentreren op je baby, de voeding en de andere gezinsleden.
11. Investeer in de hulp van een vroedvrouw of lactatiekundige.
Zij geven je persoonlijk advies en zoeken mee naar oplossingen bij problemen. Een goede begeleiding zorgt ervoor dat borstvoeding een succesverhaal kan worden. Goed om weten: soms geeft het ziekenfonds infosessies over borstvoeding. Hoor zeker eens bij het jouwe. Wil je een vroedvrouw aan huis contacteren? Surf dan naar www.vroedvrouwen.be.
Een lactatiedeskundige kan je met raad en daad bijstaan, maar je kan met je vragen ook terecht bij bijvoorbeeld La Leche League (LLL). Dat is een borstvoedingsorganisatie met (vrijwillige) moeders die je kan aanspreken voor informatie en steun. Durf daarnaast ook gerust vertrouwen op je gevoel. Als het zo nu en dan eens niet volgens het boekje verloopt, is dat niet perse erg of fout. Elk kindje is immers anders.
En zie je borstvoeding niet zitten, dan is flesvoeding uiteraard niet slecht. Ook daarin zitten alle voedingsstoffen die je kleintje nodig heeft.
Borstvoeding geven: handige tips en hulpmiddelen
- Om te onthouden welke borst je als laatste hebt gevoed, kun je een speciaal ontworpen borstvoedingsclip gebruiken.
- Met een borstvoedingskussen heb je een steun voor je armen en kun je je baby gemakkelijk vasthouden zonder rugpijn.
- Heb je tepels met kloven? Gebruik een goed passend borstschild dat het genezingsproces versnelt zonder dat je de borstvoeding hoeft te onderbreken.
- Er zijn koelzakjes verkrijgbaar voor het vervoeren van afgekolfde melk.
- Je kunt je moedermelk ook bewaren in kleine, milieuvriendelijkere potjes.