Zo verloopt borstvoeding nog aangenamer voor jou en je baby
1. Gebruik de eerste dagen als oefendagen
Het zal niet van de eerste keer perfect lukken, en dat hoeft ook niet. Je borsten produceren de eerste dagen na de geboorte trouwens slechts kleine hoeveelheden. Pas enkele dagen later verhoogt de melkproductie.
Geraak je toch niet vertrokken? Twijfel niet om hulp te vragen aan je vroedvrouw of aan een lactatiedeskundige. Liesbeth getuigt hier het volgende over: “Mijn borstvoeding liep niet van een leien dakje, maar ik heb héél veel steun gekregen van mijn vroedvrouw. Dat deed enorm deugd!”
2. Controleer of je goed bezig bent
Dit is het geval wanneer de onderlip van je baby naar buiten gekruld is, de neus vrij is en de wangen bol staan. Daarnaast merk je dat je baby ritmisch zuigt en hoor je slikgeluiden. Je kindje zal bovendien zelf aangeven wanneer het genoeg heeft. Twijfel je toch of het voldoende drinkt? Ook dat is volkomen normaal in het begin. Een vuistregel: baby’s drinken in de eerste weken best zo’n 8 tot 12 keer per dag en hebben dagelijks minstens 6 plasluiers.
3. Laat ruimte voor boertjes
Ademen en drinken tegelijk: voor een pasgeboren baby is het niet evident. Er kan lucht meekomen bij het drinken, dus laat je baby best een boertje achteraf. Bij een gulzige drinker kan het zelfs nodig zijn om tussendoor al even te boeren. Lucht in de maag geeft namelijk een vol gevoel, ook al is er nog niet zo veel gedronken.
4. Voorkom kloven
Geef je borstvoeding, dan kan je vooral in het begin last hebben van gevoelige tepels of zelfs kloven. Je borsten moeten namelijk nog wennen aan de zuigkracht van je kindje. Om de pijn te verzachten, gebruik je gelpads met aloë vera of een zalf. Om kloven te vermijden, is het belangrijk om je baby juist aan te leggen.
5. Wissel van borst
Zeker als je weinig melk aanmaakt, wissel je best bij elke voeding van borst. Om niet te vergeten welke borst aan beurt is, speld je een paperclip of haarspeld aan een van beide bh-bandjes.
6. Oefen op verplaatsing
Een volgende uitdaging is het geven van borstvoeding buitenshuis. Dit pak je best stap voor stap aan. Probeer het een eerste keer uit als je op bezoek bent bij familie of vrienden, of zoek een rustige bank op in het park.
7. Draag borstvoedingskledij
Er bestaat heel wat aangepaste kledij waarmee je een borst kan vrijmaken zonder het hele bovenstuk uit te trekken. Denk aan een T-shirt met een laag stof die je omhoog schuift of een jurk die je kan losmaken ter hoogte van de borst. Vind je dat nog steeds te open en bloot, dan kan een sjaal wonderen doen.
6. Kolf af voor wanneer je er niet bent
Ga je eens op stap zonder baby, dan kan je melk afkolven. Ook dat vraagt wat oefening. Wees ontspannen, masseer je borsten en zorg dat je warm genoeg hebt door bijvoordeeld een bad te nemen vooraf of een kersenpittenkussen tegen je borsten te leggen.
Ook hier kan een vroedvrouw of lactatiedeskundige je een heel eind vooruit helpen. Bij Heidi lukte borstvoeding geven niet meteen: “Mijn vroedvrouw heeft me daarom eerst leren afkolven. Geleidelijk aan leerde ze me hoe ik mijn zoontje best kon aanleggen. Een goede vroedvrouw thuis is alles!”
9. Heb geduld
Zowel voor borstvoeding geven als voor afkolven geldt: oefening baart kunst. Bij beide bestaat de kans dat je de eerste keren slechts enkele druppels melk hebt. Laat dat je echter niet tegenhouden, met een portie geduld kom je er wel!
Verwacht je een kindje? Vraag al tijdens je zwangerschap je startbedrag aan!