Wat als mijn dochter een abortus wil?
Een abortus is toegestaan tot 12 weken na de bevruchting, dus tot 14 weken na de start van de laatste menstruatie. In België hoeft een minderjarige geen toestemming te hebben van de ouders om abortus te plegen. Als die abortus onder algemene verdoving plaatsvindt in een ziekenhuis, dan is er voor die verdoving wél toelating nodig.
De eerste stap is een verplicht gesprek met een hulpverlener in het abortuscentrum of met een arts in het ziekenhuis. Daarna volgt een verplichte wachttijd van zes dagen, tenzij dat medisch gezien niet verantwoord is. Hoe de abortus zelf verloopt, hangt af van hoelang je dochter zwanger is. Tot en met de zevende week van de zwangerschap kan dat door middel van de abortuspil. Die bestaat eigenlijk uit verschillende pillen die ze in de loop van twee dagen moet innemen.
Als de zwangerschap al verder gevorderd is, kan een abortus enkel nog via een zuigcurretage onder (plaatselijke) verdoving. Die ingreep vindt plaats in een abortuscentrum of een ziekenhuis. In het geval van een abortuscentrum komt het ziekenfonds tussen in de kosten. Dan is enkel het remgeld voor eigen rekening.