Hoe omgaan met de peuterpuberteit: 10 tips

 

 

Het echte opvoeden begint als je kind twee jaar wordt, want die leeftijd gaat vaak gepaard met driftbuien en koppig gedrag: de peuterpuberteit. Met onze tips houd je als ouder het hoofd koel.

 

 

Wat is de peuterpuberteit?

Peuters zetten een grote stap in hun persoonlijke ontwikkeling, net als pubers: de ‘peuterpuberteit’. Je peuter ontdekt dat hij een uniek persoon is, los van de mensen die voor hem zorgen. Er gaat een nieuwe wereld voor hem open, en daarin ziet hij zichzelf als het centrum. Zijn doel: uittesten wat hij in die wereld allemaal kan krijgen en zelf kan bepalen.

Dit is een erg experimentele fase. In deze periode zeggen kinderen vaak “neen”, “van mij” en “ikke doen”. Ze krijgen onvoorspelbare driftbuien, tonen een enorme fantasie en kunnen soms heel angstig zijn – de zogenoemde peuterkuren.
"Het is net of mijn dochter van twee jaar weet wat ze moet doen om me boos te maken. Ze luistert niet en het lijkt alsof ze met opzet die dingen doet waarvan ze weet dat ze niet mogen."
-
Tina

Hoelang duurt de peuterpuberteit?

Meestal begint de peuterpuberteit wanneer je kind anderhalf tot twee jaar oud is (ook wel de ‘terrible twos’ genoemd). Het eindpunt ligt vaak rond de leeftijd van drie of vier jaar. Elk kind is echter anders, en peuters puberen niet allemaal even lang of even intens – net als tieners.

Omgaan met een puberende peuter: tips

Onthoud allereerst dat de peuterpuberteit ook heel heftig is voor je peuter. Hij leert spreken, luisteren, zelfstandig eten, zindelijk worden, omgaan met angsten, samen spelen met leeftijdsgenootjes … Gun hem de tijd om die nieuwe ervaringen te verwerken. Hieronder vind je nog 10 andere tips die je helpen om het hoofd koel te houden:

 

1. Bepaal je grenzen

Bepaal duidelijk welke grenzen jij wilt stellen als ouder, maar hou dat lijstje vooral kort. Hoe meer regels je oplegt, hoe moeilijker je peuter het krijgt om alles te begrijpen – en hoe lastiger het voor jou wordt om vol te houden. Stel je eigen regels ook niet in vraag. Vervang “Zullen we nu je tandjes poetsen?” dus gerust door “Kom, we gaan nu je tandjes poetsen.”

Naast regels geef je je peuter het gevoel dat hij ook zelf keuzes mag maken. Uit welke beker wil hij drinken? Welke sokken wil hij vandaag aantrekken? Dat maakt het voor hem gemakkelijker om jouw vaste regels te aanvaarden.

 

2. Ban “neen” uit je eigen woordenschat

Probeer zelf niet te vaak “neen” te zeggen tegen je peuter en verhef je stem zo weinig mogelijk. Je peuter zal dat gedrag namelijk imiteren. Bied een alternatief aan, zoals “Je mag niet met de speelgoedhamer gooien, maar we kunnen wel samen met de bal spelen.”

 

3. Werk met positieve aandacht

Het motto van elke peuter in de peuterpuberteit is ‘Hoe meer aandacht, hoe beter!’. Handig, want met positieve aandacht zoekt hij minder vaak een negatieve houding op. Geef je peuter dus een complimentje als hij bijvoorbeeld rustig aan het spelen is, of als hij je helpt met poetsen – dat vinden vele peuters stiekem erg leuk.

 

4. Neem uitdagend gedrag niet persoonlijk

Soms lijkt het alsof je peuter je met opzet wil uitdagen, maar eigenlijk heeft hij geen idee wat zijn gedrag precies met jouw emoties doet. In deze fase leert hij vooral hoe menselijke interactie werkt. Hij raakt in het bijzonder gefascineerd door het woordje “neen”: wat gebeurt er als ik “neen” zeg? Beschouw het als een compliment: bij jou voelt je peuter zich veilig genoeg om al die dingen uit te testen.

 

5. Probeer het gedrag te ‘vertalen’

Wat als je peuter verdrietig of boos is? Probeer dan zijn emoties te verwoorden. Zo voelt je peuter zich begrepen en leert hij hoe hij zélf over die gevoelens kan praten. Zeg dus niet: “Je krijgt geen smeerkaas, want dat heb ik niet in huis”. Beschrijf het eerder als: “Ik zou je erg graag smeerkaas willen geven, want ik hoor dat je dat heel erg graag wil. Dat heb ik jammer genoeg niet, maar ik heb wel iets anders dat je lekker vindt.”

 

6. Leid af en begrens in plaats van te straffen

Hoe grijp je in bij ongepast gedrag? Een peuter begrijpt het concept ‘straf’ niet, omdat hij oorzaak en gevolg nog niet aan elkaar kan koppelen. Leid hem in de plaats af met een leuk idee, zoals “Gaan we een boekje lezen?” wanneer hij opnieuw op de speelgoeddozen probeert te klimmen.

Je kan ook grenzen aangeven via je gedrag: als hij een ander kind pijn doet, haal je hem best meteen weg. Die actie leert hem immers meer dan een straf achteraf. Dreigen met toekomstige straffen (“Zodra we thuis zijn, moet je meteen naar bed!”) heeft bovendien weinig effect, omdat je peuter nog geen tijdsinschatting kan maken.

 

7. Structuur boven alles!

Structuur vormt een grote houvast voor je kind tijdens de peuterpuberteit. Wanneer iets anders loopt dan normaal, kan dat tot extreme reacties leiden. Benoem dit en zoek samen met je peuter hoe hij zich weer veilig kan voelen. Een voorbeeld: “Ik snap het al. Jij wil liever eerst eten en dan je kleertjes aantrekken zoals altijd, hè?”

 

Je peuter voorbereiden op verandering

Bij kleine en grote veranderingen is het goed om je kind voor te bereiden. Moet hij bijvoorbeeld stoppen met spelen? Kondig dat dan vijf minuten op voorhand aan, want peuters kunnen intens opgaan in hun spelletjes. Raak je kind aan en zorg voor oogcontact; zo ben je zeker dat je boodschap aankomt.

8. Blijf zelf rustig

Driftbuien zijn met voorsprong het spectaculairste onderdeel van de peuterpuberteit. Weet dat je kind daarmee zijn frustraties of boosheid uit, en dat hij het moeilijk heeft om die emoties te beheersen. Je kan je kind hierbij helpen door zelf rustig te blijven en niet toe te geven.

Sommige kinderen kalmeren wanneer je ze vasthoudt, terwijl anderen eerst even op een veilige plek willen uitrazen. Vraag na een minuut of je peuter al rustig is. Indien niet, geef dan aan dat je zal wachten tot dat wel het geval is. Nadien kan je je kind troosten en de gebeurtenissen verwoorden: “Je was boos, omdat je liever je favoriete jurkje wilde aantrekken voor school, hè? Straks, als je thuis bent, mag je het weer dragen.”

9. Minimaliseer zijn angsten niet

Tijdens de peuterpuberteit kunnen kindjes erg angstig zijn. Minimaliseer die gevoelens niet, maar onderzoek hoe je ze samen kan overwinnen. Gebruik de rijke fantasie van je peuter: welke superkrachten heeft hij? En hoe kunnen die helpen om het monster onder zijn bed te verjagen? Op die manier geef je hem de handvaten om zijn eigen angsten te overwinnen, en voelt hij zich weer veilig in zijn eigen kamer.

10. Durf hulp te vragen

Voel je je door die peuterpuberteit wat onzeker of verward als ouder? Wees gerust, dat is perfect normaal. Je moet immers voor het eerst echt ‘opvoeden’, nadenken over je eigen opvoeding en wat je wil overnemen of veranderen, afstemmen met je partner … Neem de tijd om daarover na te denken. Bekijk met een open blik hoe jij deze situatie ervaart en je reacties erop, en praat erover met anderen.

 

In Vlaanderen rekenen al 173.000 gezinnen op My Family voor de stipte en correcte uitbetaling van het Groeipakket. Wil jij ook een deel worden van die familie? Vraag dan snel je Groeipakket aan! We helpen jou en je gezin graag verder, want bij ons is iedereen welkom.

Deze onderwerpen vind je misschien ook wel leuk

Kinderen onder stress

Kinderen onder stress

Lees meer
Zelvertrouwen kind

Vergroot het zelfvertrouwen van je kind

Lees de tips
Gevaren van internet

Wat zijn de gevaren op het internet voor kinderen?

Lees meer